Noord-Vietnam

Na een gebroken nacht zijn we vorige week donderdag om 06.00 uur gearriveerd op het station van Hanoi. We hadden geen idee waar het hotel stond en namen daardoor de eerste de beste taxi, die ons vervolgens flink afzette. Bij aankomst in het hostel konden we gelijk naar onze kamer, wat een geschenk uit de hemel was na 2 zweetrijke dagen in China. Het hostel (Hanoi Guesthouse) is een erg fijn hotel met een goed ontbijt en midden in het centrum gelegen, waar je in je kamer niets van merkt. Nadat we donderdag een lange douche en een halve dag hebben geslapen, zijn we naar de Zonnestraalbrug, de Jadebergtempel en het Hoan Kiemmeer in het centrum geweest. ’s Avonds hebben we kennis gemaakt met de Vietnamese cultuur en een waterpoppen voorstelling bekeken in het Thang Long theater. Hierbij staan mensen achter een schot in het water en bedienen poppen aan een stok, waarmee ze een voorstelling (soort poppenkast) geven. Aan de zijkant zit een bandje die het uitgebeelde verhaal vertelt en van muziek voorziet.
Vrijdag zijn we, na een ontbijtje van pannenkoeken met verse vruchtensap, per riksja naar de tempel van de literatuur gegaan. Dit was wel één van de mooiste tempels die we tot nu toe gezien hebben. Het bijzondere was voornamelijk dat deze tempel twee verdiepingen heeft, wat je niet in andere tempels ziet. Op de terugweg naar het hostel hebben we nog een korte stop gemaakt bij de Sint-Jozef-Kathedraal en zijn we naar een gezellig Westerse lunchroom bij het Hoan Kiemmeer geweest (Direct naast het Thang Long waterpoppentheater, erg aan te bevelen als je daar ooit heen gaat!).
Zaterdag hadden we iets bijzonders op de planning staan; een 1-daagse excursie naar de Halong Baai. Een stuk natuur waarbij begroeide kalkrotsen uit de zee steken, en (daar verteld) sinds 2012 één van de wereldwonderen. Per bus (4 uur rijden) zijn we naar een boot gebracht, waarna we door de baai zijn gevaren. In de baai bevindt zich een dorpje van drijvende huizen. Door een inwoner van het dorpje zijn we per bootje door het dorpje gevaren. Ze zagen daarbij ook een drijvende school, met welgeteld twee klaslokalen! Het was een erg mooie boottocht, waarbij we ook nog een grot hebben bezocht, en na een 4 uur durende terugreis per bus, we moe maar voldaan weer in ons hostel aankwamen.
Zondag zijn we het Ho Chi Minh-mausoleum gaan bekijken en hebben we het museum voor de oorlogsgeschiedenis bezocht. En maandag, onze laatste dag in Hanoi, hebben we het Opera-gebouw van buiten bekeken en zijn we naar het bijzondere gevangenismuseum Hoa Lo geweest. Hier werden tot 1970 Vietnamese opstandelingen en Amerikanen gevangen gehouden. De Vietnamezen werden in donkere, kleine cellen gehouden waarbij ze met beide benen vast zitten. De Amerikanen noemde deze gevangenis echter Hanoi Hilton, niet zo gek, aangezien de Amerikanen veel eten kregen, sportwedstrijden hielden en zelfs souvenirs mee naar huis kregen als ze vrij werden gelaten. Maandagavond om 19.00 uur vertrok onze trein vanuit Hanoi naar Hué.

Dinsdagochtend om 08.00 uur kwam de trein, na een schokkerige nacht, aan in Hué. Beter dan vorige keer stond deze keer iemand van ons hostel (Friendly Hotel) op ons te wachten. Weer hadden we een heerlijk grote kamer, maar dit keer met een raam met uitzicht op de gang. De gang miste trouwens aan het einde van de hal een stuk muur waardoor je gewoon naar buiten kon kijken en wij de haan elke morgen hoorde kraaien. Dinsdagmiddag zijn we de stad gaan verkennen. Bij de Citadel hebben we allereerst een uurtour in een riksja gedaan, waarbij we bij tempeltjes stopte en uitleg kregen van de riksjabestuurder. Na de tour van een uurtje zijn we doorgelopen naar de keizerlijke stad in Hué. Op het eerste oog wel mooi, maar uiteindelijk vooral veel onbebouwde grond met her en der tempels en wat vervallen gebouwen. Het leuke was wel dat ik hier Yannick tegen het lijf liep, een klasgenoot van mij op het HBO. Niet geheel onverwachts, aangezien we van elkaar wisten dat we allebei ergens in Azië zouden rondlopen. Na een kleine lunch bij de KFC hebben we ’s avonds heerlijk geeten bij Little Italy (3 euro voor drinken, een schotel rijst en een bord kip met groente).
Woensdag, onze laatste volledige dag in Hué, hebben we per scooter een stadstour gedaan. We hadden daarbij beide een scooter met een bestuurder, aangezien ze hier in Vietnam toch wat anders rijden dan wij in Nederland gewend zijn (kriskras door elkaar en rechts heeft hier niet perse voorrang). Goed beschermd tegen de zon (we hebben in Vietnam alleen nog maar zon gehad) en met een beschamende helm (ik één van Disney en Mart één voor een straaljagerpiloot) vertrokken we om 09.00 uur ‘s morgens richting onze eerste bestemming van deze dag; de Thien Mu pagode. De andere bezienswaardigheden die we deze dag nog bekeken hebben zijn Tu Hieu pagode, Tu Duc Tombe, overdekte Japanse brug van Thanh Toan en nog een tempel genaamd Tran Nhan Tong King. De bezienswaardigheden liepen tegen het einde van de dag wel een beetje tegen het vervelende aan (omdat ze in de essentie best veel op elkaar lijken), maar het ritje met de scooter tussen de bezienswaardigheden door was ongelofelijk mooi! Vietnam heeft echt ons hart veroverd. Naast de erg mooie natuur zijn de mensen heel aardig en spreken de meeste nog wel aardig Engels, er zijn normale wc’s (wat ze in China niet kennen), het Vietnamese eten is zo lekker en goedkoop, het klimaat in Hanoi is nog wat benauwd maar in Hué is dit niet het geval. Het vochtgehalte in de lucht is gewoon zoals wij dat in Nederland kennen (erg prettig dus) maar dan met temperaturen van 30+ graden.

Donderdagmiddag zijn we via een gewone zitplaats richting Hoi An vertrokken, daarover meer in mijn volgende verhaaltje over Zuid-Vietnam.